Zaterdag vond ik een mooi stukje berkenschors op de Posbank tijdens een workshop natuurfotografie. Berkenschors vind ik altijd intrigerend vanwege de patronen die in de strepen te vinden zijn als je van dichtbij kijkt met een macrolens. Stuk meegenomen en vandaag op de foto gezet.
Waar leg ik de scherpte is de vraag: Vooraan, in het midden, achteraan of alles / zoveel mogelijk scherp. Ik heb gewoon wat geprobeerd en deel het resultaat graag. Thuis in een opnametentje ligt het stuk schors van de berk plat, muv de laatste foto. Camera ervoor met 105mm macrolens, flitser via een kabel ook in de tent maar niet rechtstreeks op het schors gericht. Diafragma is overal hetzelfde.
- De eerste zeven foto’s laten het verloop zien als de scherpte vooraan of juist verderop ligt
- De achtste foto heeft vrij veel scherpte
- De laatste heeft alles scherp en is ook anders gemaakt omdat ik iets achter het stuk schors heb gelegd waardoor het omhoog komt.
Klik hier voor de foto’s.
Dit leidt gelijk tot een belangrijke tip voor macrofotografie: Als je het onderwerp parallel houdt aan de sensor / het negatief heb je minder scherpte-diepte nodig. Alles bevindt zich immers in een paar centimeter. Bij het liggende stuk is het al gauw7 centimer wat voor macrofotografie veel is. Het kan nog anders door een groot diafragma (klein getal) te gebruiken. Dan wordt het scherpte-diepte gebied heel klein.
Een niet onbelangrijke vraag is natuurlijk: Welke is het mooist? Dat laat ik graag aan de lezers over. Hangt af van je voorkeur of het doel waarvoor de foto wordt gemaakt. Vooraan wordt in het algemeen het aantrekkelijkst gevonden.